Home / Pleisters plakken, in plaats van doorpakken.
Maatregel om werkgevers met meer dan 100 fte te verplichten CO2-uitstoot werk gerelateerd verkeer te gaan monitoren is een losse flodder.
Inmiddels staan alle neuzen dezelfde kant op. Wij moeten naar ‘carbon neutral’ in 2050. In heel Europa gaan we ons ‘fit for 55’ maken. Het Europese programma stelt ambitieuze doelen om voor 2030 een uitstoot reductie van 55% te realiseren. Dit vertaalt zich dan ook naar een ambitieuzer regeerakkoord dan die van Rutte’s vorige kabinetten. Afgelopen weken kwam een hoop discussie los door het nieuws over de regeling waar werkgevers de CO2-uitstoot van werk gerelateerd verkeer van werknemers moeten gaan monitoren. Discussie ontstond rondom de administratielast en de effectiviteit van de maatregel werd in twijfel getrokken. De onderliggende gedachte van de Rijksoverheid is dat werkgevers zich kunnen voorbereiden op heffingen die in 2026 mogelijk gaan komen op de CO2-uitstoot van zakelijk verkeer.
Echter, werd nauwelijks aandacht besteed aan de fundamentele vraag: hoe berekenen wij CO2-uitstoot? Tot op heden heeft de overheid namelijk geen uniforme manier waarop uitstoot berekenend kan. Ook is nog onduidelijk welke emissie factoren gebruikt moeten worden. De standaard binnen het bedrijfsleven is momenteel het Green House Gas protocol. Dit protocol schrijft voor welke bronnen van uitstoot een bedrijf mee moet nemen om tot hun CO2-voetafdruk te komen. Deze standaard laat nog ruimte voor de zogenoemde CO2-emissiefactor. Dit is de eenheid die gebruikt wordt om de CO2-uitstoot per liter benzine of per kWh stroom te kwantificeren. Voor het berekenen van de uitstoot per eenheid energieverbruik (kWh, liters benzine, m3 gas) is in Nederland de website www.co2emissiefactoren.nl in het leven geroepen. Een initiatief van de Rijksoverheid in samenwerking met onderzoeksinstituten uit de sector, zoals stichting Stimular en SKAO. Daarnaast wordt door deze zelfde partijen al meer dan twaalf jaar gewerkt aan een standaard in Nederland voor het berekenen van CO2, de zogenoemde CO2-prestatieladder. Deze standaard begint inmiddels ook internationaal erkenning te krijgen. Daarnaast zal de standaard vanaf dit jaar door ieder Ministerie in Nederland gebruikt worden om hun CO2-uitstoot te berekenen.
Verder valt op dat wanneer wij een kijkje nemen in de huidige rekenmethodiek van de overheid zaken niet duidelijker worden. Neem de Klimaatmonitor van de Rijksoverheid. Dit is een dashboard dat op landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau de uitstoot van CO2 in Nederland berekent aan de hand van een bronbenadering. Wanneer wij ons verder verdiepen in de Klimaatmonitor zien we dat de Rijksoverheid de afgelopen tien jaar een emissiefactor van rond de 0,475 kg/kWh CO2-uitstoot hanteert. In 2019 wordt deze emissiefactor verlaagd naar 0,370 kg/kWh en voor het jaar 2020 hanteert de Rijksoverheid een emissiefactor van 0,300 kg/kWh CO2-uitstoot. Dit terwijl de emissiefactor voor een kilowattuur stroom op www.co2emissiefactoren.nl ongewijzigd blijft op 0,476 kg/kWh. Deze wijziging in de berekening veroorzaakt een daling van ruim 36% in de totale CO2-uitstoot in Nederland.
Een aantal zaken zijn heel duidelijk. Geen CO2-uitstoot in 2050, dat is duidelijk. Ministeries gaan gebruik maken van een uniforme standaard, dat is duidelijk en de overheid wilt dat iedereen hun steentje bijdraagt aan de transitie, dat is duidelijk. Wat nog onduidelijk blijft is waarom de overheid nog geen standaard voor het berekenen van CO2-uitstoot voorschrijft in Nederland. Moeten wij met transparantie te veel kleur bekennen? Of is het simpelweg onwetendheid?